Op deze pagina vind je verhalen van onze leden. Laat je inspireren!
Ovianen aan boord van Zr.Ms. Karel Doorman: Leo Geeraedts en Frans de Vries
20-11-2024
Inleiding
Er zitten twee Ovianen samen op een schip… Dit is niet het begin van een mop, maar een toevalligheid die geleid heeft tot dit artikel. Leo Geeraedts en Frans de Vries zijn allebei voor de Koninklijke Marine op uitzending geweest als reservist. Afgelopen zomerperiode werkten zij aan boord van marineschip Zr.Ms. Karel Doorman voor de EU-operatie ASPIDES. Deze operatie beschermt de scheepvaart tegen aanvallen van de Houthi’s vanuit Jemen, onder andere in de Rode Zee en de Golf van Aden. Zij zijn geen fulltime beroepsmilitair, maar doen dit naast hun reguliere werk.
Wie ben je en wat heb je zoal bij Ovum gedaan? (jaarclub, commissies, bestuur, etc.)
Mijn naam is Leo Geeraedts (57) en ben een van de vier oprichters van Ovum Novum (Jaarclub Oblomow). Ik maakte enkele jaren voor de oprichting van Ovum kennis met het (georganiseerde) studentenleven via Phocas. Ik was wedstrijdroeier en heb wedstrijdploegen gecoacht. Gedurende 1988-1989 was ik praeses van die vereniging. Op de avond van 9 november 1989 (de dag dat de Berlijnse Muur viel) vond de allereerste brainstorm-vergadering over een nieuwe, op te richten studentenvereniging plaats, samen met aantal andere, actieve studenten uit Nijmeegse verenigingsleven (al dan niet met bestuurservaring). Na de daadwerkelijke oprichting van Ovum Novum in 1990 vormden wij (Leo, Jules, Huug en Ferry) de Raad van Advies. Vorig jaar mocht ik, samen met Ferry, – en uitermate trots- op uitnodiging van praeses AJ, acte de presence geven ter gelegenheid van het de aankoop van het pand op de Canisiussingel. Ik koester veel goede herinneringen aan de mensen en belevenissen tijdens de beginjaren van Ovum Novum.
Mijn naam is Frans de Vries (36). Ik zat bij Herenjaarclub Cave Simium 2006. Daarmee heb ik (zoals uiteraard iedereen) een mooie studententijd gehad. We zien elkaar nog iedere maand, met bijna iedereen. In september 2024 zijn we weer helemaal compleet. Dan trouwt een van onze jaarclubleden in Spanje, waar hij sinds een aantal jaar woont. Daarnaast hoorde ik bij de eerste lichting van Sabre, die het genootschap heeft opgericht. Aankomend jaar is het lustrumjaar en dat doet me terugdenken aan mijn bestuursjaar 2009-2010 toen we ook lustrum hadden. Het laatste wat ik heb gedaan is de werkgroep voor de aankoop van het pand, wat sinds dit jaar is afgerond, nu de sociëteit in bezit is.
Je bent reservist, dus geen full-time militair. Je doet dit naast je reguliere werk?
Leo: Na mijn studie geneeskunde ben ik algemeen chirurg geworden en ben daarna opgeleid tot traumachirurg middels fellowships in Nijmegen en Sydney. Tevens heb ik vele jaren als Mobiel Medisch Team-arts gewerkt op de traumahelikopters van Nijmegen en Amsterdam. Ik ben nu al bijna 15 jaar werkzaam in een van de grootste traumacentra van Nederland: AmsterdamUMC waar mijn dagelijks werk bestaat uit het opvangen, behandelen en opereren van zwaargewonde patiënten. Daarnaast ben ik gepromoveerd aan de Vrije Universiteit op de behandeling van traumapatiënten (ongevalspatiënten) met levensbedreigend bloedverlies en heb aan die universiteit ook de Masteropleiding Klinische Epidemiologie afgerond. Naast patiëntenzorg houd ik me ook bezig met het doen van wetenschappelijk onderzoek (initiëren van onderzoek en het begeleiden van promovendi en onderzoeksstudenten) en het geven van onderwijs en opleiding (van studenten, coassistenten, arts-assistenten en chirurgen). Mijn ‘nieuwe’ geesteskind (2016) en hobby is het maatschappelijke project ‘Stop de bloeding – red een leven’ (www.stopdebloedingredeenleven.nl)
Via het Instituut Samenwerking Defensie Relatie Ziekenhuizen (IDR) ben ik reservist militair chirurg geworden. Via dit instituut sluit Defensie contracten af met civiele ziekenhuizen: het ziekenhuis levert aan Defensie specialistische reservisten (chirurgen, anesthesiologen, operatieassistenten, anesthesiemedewerkers etc.) in ruil voor extra man/vrouwkracht op de vloer van het ziekenhuis. Op die manier beschikt Defensie altijd over specialisten met de juiste competenties (welke onderhouden worden door het dagelijkse werk in het ziekenhuis). Ik ben reservist geworden vanwege het avontuur en vanwege de afwisseling van mijn werkzaamheden in het ziekenhuis. Daarnaast hoop ik met mijn jarenlange ervaring als traumachirurg (waar ben je meer nodig dan op het slagveld?) te kunnen bijdragen wanneer het nodig is. Ik wil klaar staan voor militairen die zich willens en wetens blootstellen aan gevaar met grote kans op letsel of zelfs de dood. Ik hoop het verschil te kunnen maken wanneer zij gewond raken.
Frans: Vroeger had ik altijd al interesse voor Defensie. Tijdens mijn Rijks traineeship heb ik een jaar bij Defensie gewerkt en altijd contact gehouden met mijn leidinggevende van toen. Later leerde van hem ik over de mogelijkheid om reservist te worden als officier. Daarvoor kende ik alleen de Nationale Reserve van de Landmacht. Uiteindelijk ben ik bij de Marine gestart als zogeheten Reservist Specifieke Deskundigheid. Dat betekent dat je vanuit je eigen achtergrond, expertise en ervaring een functie kan vervullen binnen de krijgsmacht. Normaliter werk ik als burger bij Defensie en houd ik me bezig met de begroting en de debatten in de Tweede Kamer die daarbij horen. Bij mij is het toeval dat ik als burger én als reservist bij Defensie werk.
Hoe ben je bij deze uitzending gekomen en wat doe je aan boord?
Leo: Ik ben op 21 april jl. aan boord gestapt van Zr.Ms Karel Doorman als onderdeel van een Role 2A (A=afloat). Een Role 2 is de eerst faciliteit (‘ziekenhuis’) in de militaire zorgketen met chirurgische capaciteit ten behoeve van levens-en ledemaat reddende ingrepen. De Role 2A bestaat uit 48 mannen en vrouwen. Samen runnen we 4 SEH (Spoedeisende Hulp) bedden, twee operatiekamers, vijf Intensive Care bedden en tien verpleegbedden. We hebben de beschikking over laboratoriumtesten, een bloedbank, röntgen faciliteiten, apotheek etc. We kunnen twintig gewonden (waarvan vijf zeer zwaargewonden) in zeer korte tijd opvangen en ‘verwerken’. Dit hebben we meerdere malen geoefend samen met het heliteam en de bemanning van het schip. Gedurende de missie is het niet zover gekomen gelukkig. Wel hebben we een zwaargewonde opvarende van een schip dat dat door een Houthi-raket was geraakt kunnen opvangen en opereren. Dit slachtoffer hebben we later kunnen overdragen aan een ziekenhuis op de wal.
Daarnaast hebben wij vele (exotische) havens aangedaan waar je mag passagieren (op eigen houtje ‘verkennen’): Malaga (Spanje), Chania (Kreta), Safaga (Egypte, uitstapje Luxor), Djibouti, Port Victoria (Seychellen), Salalah (Oman) en Muscat (Oman). Je stapt van boord direct in een andere cultuur en natuur: heel verfrissend!
Frans: Deze uitzending is ongelooflijke buitenkans. Toen ik hoorde dat Nederland het commando zou gaan voeren over een maritieme operatie, heb ik gevraagd of er in de staf van de commandant ook een politiek adviseur nodig zou zijn en dat bleek het geval. Frankrijk zou die rol eigenlijk invullen, maar het niemand. Voor Nederland levert Buitenlandse Zaken normaliter iemand voor een dergelijke rol, maar door de korte termijn hadden zij ook niemand. Zo ontstond voor mij de mogelijkheid. Het was allemaal kort van te voren bekend dat ik zou meegaan. Een kans als deze komt niet vaak voorbij, dus ik heb me flexibel opgesteld, en ik heb een fantastische verloofde die het thuis met de kinderen kon regelen in mijn afwezigheid. Op een woensdag hoorde ik definitief dat ik mee mocht en een week later op donderdag zat ik op het vliegtuig naar Djibouti om daar aan boord te stappen van Zr.Ms. Karel Doorman.
Binnen de staf van EU-operatie ASPIDES adviseer ik de commandant over politieke aspecten van de operatie. Bijvoorbeeld ontwikkelingen tussen landen in het Midden-Oosten die een effect kunnen hebben op wat wij militair doen. Daarnaast bereid ik ontmoetingen voor die we organiseren als we in een haven liggen. Zo heb ik in Muscat een bijeenkomst georganiseerd met ambassadeurs uit negen EU-landen om over onze operatie te vertellen en te praten over maritieme veiligheid in de regio.
Hoe is het om maandenlang op een schip te leven?
Leo: Het is een buitenkans en een jongensdroom die uitkomt om deel te mogen uit maken van de missie en de bemanning van de Karel Doorman. Er is, nu na drie maanden, veel saamhorigheid en dat geeft een clubgevoel wat mij erg doet terugdenken aan mijn studententijd! Er wordt hard gewerkt maar er is ook tijd voor ontspanning: daar is zelfs een heuse commissie voor welke activiteiten organiseert voor het hele schip! Ook wordt er heel veel gesport om (meer dan) fit te blijven/worden. De Marine staat ook bol van tradities: zo zijn wij bijvoorbeeld door middel van stinkende etensresten door Neptunus gedoopt toen wij de evenaar passeerden.
Frans: Het leven aan boord is bijzonder en leuk. Het is een soort klein varend dorp met zo’n 270 inwoners. Het is minder comfortabel dan thuis, maar heel gezellig want je zit letterlijk en figuurlijk met elkaar in hetzelfde schuitje. Er zijn mensen die een spinning les geven aan hun collega’s of er wordt door een aantal mensen een pubquiz georganiseerd, waar dan makkelijk 150-200 mensen aan meedoen. In juni hebben we hier het EK kunnen kijken, terwijl we midden op zee lagen. Dat zorgt allemaal voor een gevoel van saamhorigheid.
Zijn er dingen die je bij Ovum gedaan, beleefd of geleerd hebt, die nu van pas komen?
Leo: De belangrijkste vaardigheden die je in je studententijd bij de vereniging op doet zijn je sociale vaardigheden en de kunst om je aan te passen aan de omstandigheden. Hierdoor kun je altijd en overal met iedereen (van welk dienstvak ook en van welk opleidingsniveau ook) een oprecht praatje maken en met iedereen samenwerken. Je hebt geleerd dat je onderdeel uitmaakt van een groep en dat je het niet altijd krijgt zoals je het hebben wilt. Je bent niet meer dan de ander. Ja, ook officieren moeten iedere dag de plee poetsen en schoonschippen! Daarnaast heeft iedereen een rol in het systeem (vereniging/maatschappij), zo ook aan boord. Bij de vereniging heb je geleerd om te volgen maar ook om te leiden en initiatief nemen.
Frans: Het gevoel van saamhorigheid en samen dingen aanpakken is vergelijkbaar met Ovum. En ook dat je met allerlei verschillende typen mensen kan omgaan en samenwerken. Bij Ovum heb je juristen, geneeskundestudenten, economen. En sommige mensen zijn opgegroeid in een stad en anderen in een dorp. Waarbij de een ouders heeft die gestudeerd hebben, terwijl een ander de eerste in zijn familie is. Hier aan boord hebben we ook van alles door elkaar. Uiteraard zijn er de mensen van de Marine die de vaste bemanning van het schip vormen, maar daarnaast zijn er luchtmachters van het helikoptersquadron, medici van het ziekenhuis aan boord en zo voort. Het belangrijkste is dat je openstaat voor nieuwe ervaringen en weet van aanpakken. Als je gaat studeren en bij Ovum komt, stap je een nieuwe wereld in met eigen gebruiken en omgangsvormen en daar leer je je weg in te vinden. Dat is aan boord ook zo, als je vanuit je reguliere baan aan boord van een groot schip stapt voor een militaire operatie midden op zee.
Hoe lang zit je nog aan boord en wat ga je hierna doen?
Leo: Medio augustus stap ik af in La Valetta, Malta. Ik ben dan bijna vier maanden aan boord geweest. Ik vlieg terug naar Nederland alwaar ik mijn vrouw en beide studerende dochters weer zal zien! Zij hebben zich heel goed gehouden. Bij uitzending is het thuisfront van zeer groot belang. ‘De Baas’ (Defensie) besteedt daarom ook veel aandacht aan hen die in Nederland achterblijven. Afhankelijk van de omstandigheden (tactisch, technisch) was het meestal mogelijk om met hen te appen en te face-timen via de afgeschermde wifi van het schip. Maar er zijn ook periodes geweest waarbij ik alleen kon e-mailen. Ik kijk er ook er naar uit om mijn ouders en de rest van de familie te kunnen zien!
Frans: Op 15 juni ben ik aan boord gekomen en op 9 augustus zit het erop. Dan wordt het commando over de operatie overgedragen aan een nieuwe commandant en zit ook mijn uitzending erop. Dan vlieg ik vanuit Egypte terug naar Nederland. Dan heb ik twee weken vakantie en vervolgens pak ik mijn reguliere werk weer op.
Mochten mensen na het lezen van dit artikel geïnteresseerd zijn in werken (als reservist) bij Defensie, wat kunnen ze dan doen?
Defensie is een grote organisatie. Er werken zo’n 70.000 mensen. We zijn voortdurend op zoek naar nieuwe mensen. Vooral nu de organisatie groeit, omdat Defensie vanwege de situatie in de wereld meer budget krijgt. Je kan voltijds militair worden. Als je voldoet aan de eisen, kan je afhankelijk van je leeftijd en vooropleiding, matroos, onderofficier of officier worden bij een van de krijgsmachtdelen. Met bepaalde studies, kan je een verkort traject doen en word je officier binnen dat vakgebied. Lonneke van Kollenburg bijvoorbeeld, die ook bij Ovum heeft gezeten. Zij is officier bij de Marine en werkt als woordvoerder op het ministerie van Defensie in Den Haag. Daarnaast kan je net als Leo en Frans reservist worden. Dat kan vanuit allerlei expertises en ervaringen. Kijk voor alle informatie over vacatures op: https://www.defensie.nl/vacatures. En voor de informatie over een baan als reservist, kan je het beste naar: https://werkenbijdefensie.nl/reservisten. Je kan natuurlijk ook altijd Leo (l.geeraedts@amsterdamumc.nl) of Frans (FH.d.Vries.01@mindef.nl) een berichtje sturen als je meer wil weten.